ongekend onrecht geldt ook voor vreemdelingen

ongekend onrecht geldt ook voor vreemdelingen

 

  • Erik Scheers
  • Julien Luscuere
    Julien Luscuere · 56 · Re: ongekend onrecht geldt ook voor vreemdelingen

     

    Voor de leesbaarheid, hieronder het artikel van Eric Scheers:

    Ongekend onrecht geldt ook voor vreemdelingen

    Het rapport “Ongekend onrecht” over de toeslagenaffaire heeft heel wat losgemaakt. De grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden, waarbij de (rechts)bescherming voor individuele burgers is veronachtzaamd. Zowel het bestuursorgaan als de wetgever als de rechtspraak moeten zich dit aantrekken. Wat in de discussie daarover minder belicht is gebleven, is dat dit onrecht ook – en zelfs in nog hogere mate - voor de vreemdeling geldt.
    Als jurist die 7 jaar voor de juridische afdeling van de IND heeft gewerkt, 3 jaar stafjurist is geweest voor de vreemdelingenkamer van de rechtbank en inmiddels alweer 10 jaar als advocaat in het reguliere vreemdelingenrecht werkt, ben ik heel wat schrijnende (toepassing van) regels tegengekomen.

    Spijkerhard

    Denk bijvoorbeeld aan het spijkerharde beleid en de spijkerharde rechtspraak met betrekking tot het tegenwerpen van verblijfsgaten. Een vreemdeling kan door toedoen van een door de referent (de werkgever of opleiding) een paar dagen te laat ingediende aanvraag voor verlenging van de verblijfsvergunning de opbouw van alle verblijfsrechten in het verleden verliezen.

    Denk ook aan de rechten van kinderen die op grond van het EU-recht onderzocht moeten worden en een eerste en essentiële overweging moeten vormen, maar in het vreemdelingenrecht regelmatig zonder daadwerkelijk onderzoek of met niet door een deskundige (de IND en rechtbank) onderbouwde aannames worden weggeschreven (zie bijvoorbeeld deze uitspraak van rechtbank Den Haag en het zeer kritische rapport van de onafhankelijke Migration Law Clinic over dit onderwerp).

    Vertrouwensbeginsel

    Of de zeer harde opstelling ten aanzien van het vertrouwensbeginsel: ook al krijgt een kind na jarenlang verblijf in Nederland een zelfstandige verblijfsvergunning, als nooit expliciet is aangegeven dat die vergunning nooit zal worden ingetrokken – wat bij mijn weten nooit gebeurt bij de verlening van een vergunning, ook niet in andere rechtsgebieden - kan aan de verlening van die vergunning geen vertrouwen worden ontleend en kan deze gewoon worden ingetrokken (zie deze uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State). Dit volgt niet uit de wet of de regelgeving, maar betreft een keiharde invulling van het vertrouwensbeginsel door onze hoogste rechter, waar dus ook zeer langdurig verblijvende en in Nederland opgegroeide kinderen de dupe van worden.

    Naast deze voorbeelden van een ook tot en met de hoogste rechter geaccepteerde slechte rechtspositie van vreemdelingen, kent het vreemdelingenrecht bovendien met betrekking tot het beroep op rechtsbescherming vele slechte(re) procedurele rechtswaarborgen.

    Minder rechtsbescherming

    De wetgever heeft bedacht dat de vreemdeling wel met wat minder rechtsbescherming toe kan. Zoals gebruikelijk in het bestuursrecht mag een vreemdeling naar de rechter als de aanvraag voor een (verblijfs)vergunning wordt afgewezen of de vergunning wordt ingetrokken en als deze het niet eens is met de uitspraak staat hoger beroep open bij de Raad van State. In tegenstelling tot wat in het bestuursrecht gebruikelijk is, gelden voor het hoger beroep in het vreemdelingenrecht echter hogere drempels en kan de Raad van State deze zaken zonder zitting, zonder motivering en zonder deze openbaar te maken afdoen. Deze mogelijkheid – let wel: geen verplichting! - is er in 2001 met de nieuwe Vreemdelingenwet gekomen, vanwege de vrees voor een hoge instroom van asielzoekers en veel zaken die vaak over dezelfde rechtsvragen gaan.

    Meevaller

    De toen gevreesde aantallen blijken in de praktijk echter enorm mee te vallen en toch doet de Raad van State nog steeds ongeveer 90% van deze zaken ongemotiveerd en zonder zitting af. En dit geldt niet alleen voor de zaken waarvan de uitkomst evident is, bijvoorbeeld omdat hier al eerder een uitspraak over is gedaan. Ook zaken waarin de rechtbank fouten heeft gemaakt kunnen zonder motivering worden bevestigd, zoals in het laatste jaarverslag (2019) van de Raad van State is te lezen. Op de medewerkers van de Raad van State na weet dan niemand, de vreemdeling en zijn advocaat noch de IND en de rechtbank, waarom de uitspraak van de rechtbank dan toch in hoger beroep in stand blijft. Het gaat in tegen het rechtsgevoel als je niet weet waarom je geen gelijk hebt gekregen, maar ook als je niet weet waarom je gelijk hebt gekregen. Hier is evenals in de toeslagenaffaire sprake van “een niet dwingend uit de wet volgende, spijkerharde uitvoering van de regelgeving”.

    Productiedruk

    De reden van ongemotiveerd afdoen blijkt vooral ingegeven door de productiedruk die de Raad van State nog steeds, ondanks de veel lagere instroom, ervaart. Inmiddels heeft de Raad van State de handschoen opgepakt en is met professionals uit de praktijk, waaronder mijzelf, het gesprek aangegaan. Er is ook een nieuwe werkwijze gekomen waarbij de uitspraak in sommige gevallen iets beter wordt gemotiveerd, bijvoorbeeld door te verwijzen naar een eerdere uitspraak. Deze werkwijze wordt binnenkort door externe deskundigen geëvalueerd. De Raad van State geeft aan oog te hebben voor de breed gedragen kritiek en deze nieuwe werkwijze en evaluatie zijn een mooie stap in de goede richting.
    Dan zijn we er echter nog lang niet, want nog steeds blijft ook met deze nieuwe werkwijze in veel zaken onduidelijk wat de Raad van State er nu eigenlijk van vindt. Met name de zaken waarin toch al duidelijk was of had kunnen zijn wat de uitkomst is, worden met deze nieuwe werkwijze iets beter gemotiveerd. Echter, juist de zaken waarin dit niet zo duidelijk is, worden met deze nieuwe werkwijze nog steeds zonder motivering afgedaan.

    Oneigenlijke redenen

    In veel zaken blijft het gevoel bestaan dat er oneigenlijke redenen zijn, zoals productiedruk en het ontwijken van bepaalde rechtsvragen, die leiden tot het niet motiveren van uitspraken. Het is echter fundamenteel voor de rechtsstaat dat partijen de uitspraak kunnen begrijpen en dat zij ook het gevoel hebben door een onafhankelijke rechter te zijn gehoord. Het ontvangen van een gemotiveerde uitspraak is een mensenrecht. Volgens het Europees mensenrechtenhof (EHRM) vormt dit een essentiële bescherming tegen willekeur en dient dit het vertrouwen van de burger in een objectief en transparant rechtssysteem, een fundament van een democratische samenleving.

    Oproep

    Een oproep dus aan de Raad van State om uitspraken waarin de uitkomst voor partijen onduidelijk is te motiveren en ook een oproep aan de wetgever om daar waar hiervoor meer productiecapaciteit/geld nodig is, daarvoor te zorgen. De rechtsstaat mag niet verkwanseld worden door een tekort aan (productie)capaciteit of financiële middelen en dat geldt ook als het gaat om vreemdelingen.

     


  • Piet Hein Hillen
    Piet Hein Hillen · 35 · Re: ongekend onrecht geldt ook voor vreemdelingen

     

    Mijn J' accuse...! mag in de verzameling die naar de Tweede Kamer/ Pers/ Bart Jan van Ettekoven gaat

     

    -1

  • Barbara Wegelin
    | laatst bewerkt:
    Barbara Wegelin · 2 · Re: ongekend onrecht geldt ook voor vreemdelingen

     

    Mijn zieke Afghaanse mevrouw, al jaren en jaren gehuwd met een tot Nederlander genaturaliseerde vluchteling, die het inburgeringsexamen niet kon halen. Ze had het 1/2 x geprobeerd en niet gehaald en de tocht naar Iran waar ze het examen had moeten doen was verschrikkelijk geweest. Ze had ernstige psychische problemen door alles wat ze had meegemaakt. In Afghanistan was geen vertrouwensarts. Mevrouw moest als alleenstaande vrouw in een van de meest vrouwonvriendelijke landen ter wereld maar naar Iran om daar door een door de ambassade aangewezen arts te worden onderzocht. Dat het juist die tocht was die ze ook voor het examen moest afleggen en dat dat een groot bezwaar was, jammer dan. Gelet op alle obstakels tezamen genomen vond de Rechtbank dat niet evenredig, gezien het fundamentele recht op gezinshereniging, maar de Afdeling zag er geen enkel probleem in. Man en vrouw uiteengerukt. Kinderwens naar de klote. Dankuwel Nederlandse overheid. Van rechtsbescherming was hier echt geen sprake. JV 2019/37.

     


Reacties toevoegen is niet mogelijk