Nieuws

Ongehoord Onrecht in het Vreemdelingenrecht

Ongehoord Onrecht in het Vreemdelingenrecht

Ongehoorde misstanden in het vreemdelingenrecht, vaak één op één vergelijkbaar met het ‘ongekende onrecht’ in de Kinderopvangtoeslagaffaire, leiden tot groot menselijk leed bij belanghebbenden. Dit stellen wetenschappers van het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit Nijmegen en advocaten van de twee Nederlandse beroepsverenigingen, de Specialistenvereniging Migratierecht Advocaten (SVMA) en Vereniging Asieladvocaten en Juristen Nederland (VAJN).

De vreemdelingenadvocatuur presenteert maandagochtend 12 april de bundel ‘Ongehoord; Onrecht in het Vreemdelingenrecht’ aan vier collega-advocaten die sinds 31 maart 2021 zitting hebben in het parlement. ’s Middags geven de advocaten de bundel aan mr. Bart Jan van Ettekhoven, voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De bundel geeft een vijftigtal casus waarin de parallel met de toeslagenaffaire overduidelijk en schokkend is. De bundel kunt u hier downloaden.

De pers wordt nadrukkelijk uitgenodigd (één van) de presentaties 12 april bij te wonen: 10:00 uur voor ingang Plein Tweede Kamer: Don Ceder (CU), Marieke Koekkoek (Volt), Sidney Smeets (D66) en Ulysse Ellian (VVD). 13:00 uur: Kneuterdijk 2A : mr. Bart Jan van Ettekoven (RvS).

Daarvóór, op vrijdag 9 april, publiceert het Nederlands Juristenblad (NJB) een artikel van acht wetenschappers van het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij beschrijven de wrange parallellen tussen de kinderopvangtoeslagenaffaire en het vreemdelingenrecht. Met de publicaties willen de wetenschappers en advocaten het debat voeden, dat de kinderopvangtoeslagenaffaire in gang heeft gezet over het functioneren van wetgever, bestuur en rechter. Zij betogen dat het vreemdelingenrecht moet worden betrokken bij de reflecties die de staatsmachten naar aanleiding van de toeslagenaffaire uitvoeren.

De advocaten en wetenschappers roepen de drie staatsmachten op tot zelfdenkzaamheid:

  • (a) daadwerkelijke controle door het parlement (minder vasttimmeren in regeerakkoorden, minder fractiedwang en meer dualisme);
  • (b) bestuursorganen waarbinnen de ambtenaren worden gestimuleerd tot het nemen van verantwoordelijkheid en
  • (c) een rechterlijke macht die kritisch en inhoudelijk toetst aan het evenredigheidsbeginsel.

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen